Lijst met golftermen / golfterminologie
Golf is niet alleen een sport; het is een taal op zichzelf. Voor de gemiddelde golfer kan het soms voelen alsof je een nieuwe vocabulaire moet leren om de nuances van het spel volledig te begrijpen. Van bunker en hole-in-one tot de vele termen die rondgaan op de golfbaan, kan het overweldigend zijn voor beginners. Dit artikel heeft als doel om een verhelderend overzicht te bieden van de golfwoordenlijst, zodat je met meer vertrouwen de golfbaan op kunt gaan.
Waarom is het begrijpen van golfterminologie zo belangrijk?
Het leren van de specifieke taal van golf is essentieel om niet alleen beter te spelen, maar ook om volledig deel te nemen aan de golfgemeenschap. Door de terminologie te begrijpen, kun je communiceren met andere golfers, instructies van professionals beter opvolgen en, het belangrijkste, meer plezier beleven aan het spel.
Als je een specifieke golfterm zoekt dan kun je op één van onderstaande letters klikken zodat je meteen naar de juiste plek in dit artikel springt.
Abnormale baanomstandigheden
Een gat van een dier, grond in bewerking, een vast obstakelof tijdelijk water.
Adresseren
Het innemen van de stand achter de bal waarbij de speler zijn club op de grond zet. In een hindernis is er sprake van het adresseren van de bal vanaf het moment dat een speler zijn stand heeft ingenomen.
Advies
Elke opmerking of handeling (zoals laten zien welke club net is gebruikt voor het doen van een slag) die is bedoeld om jou of een andere speler te beïnvloeden bij de keuze van een club, het doen van een slag, of de beslissing over de speelwijze tijdens een hole of ronde.
Maar wat voor iedereen waarneembaar of bekend is, valt niet onder advies, zoals de plaats van zaken op de baan, de afstand tussen twee punten of de regels.
Albatros
Een albatros is een term uit de golfsport. Een albatros betekent dat een golfer drie slagen minder nodig heeft dan de gemiddelde PAR op een hole. Albatrossen kunnen in principe alleen maar geslagen worden op PAR 4’s en PAR 5’s.
Algemeen gebied
Het gebied van de baan dat de hele baan omvat, behalve de overige vier gedefinieerde gebieden: (1) de afslagplaats waarvan je moet spelen bij aanvang van de hole je speelt, (2) alle hindernissen, (3) alle bunkers en (4) de green van de hole die je speelt.
Het algemene gebied omvat ook alle andere afslaglocaties op de baan, anders dan de afslagplaats en alle verkeerde greens.
Approach
De approach is de slag waarmee je probeert op de green te komen.
B
Baanpermissie
Toestemming van de club of golfpro om zonder geregistreerde handicap op de golfbaan te mogen spelen.
Back Nine
De laatste 9 holes op een 18 holes golfbaan: hole 10 tot en met 18. De eerste 9 holes zijn de Front Nine.
Backspin
Backspin is het effect dat aan een golfbal wordt gegeven. Deze backspin wordt gegenereerd door de groeven op het clubblad. Wanneer je genoeg backspin hebt zal de bal na het landen op de green terugrollen en sneller tot stilstand laten komen.
Bal bewogen
Wanneer je stilliggende bal zijn oorspronkelijke plek heeft verlaten en tot stilstand komt op een andere plek en dit met het blote oog waarneembaar is (los van het feit of iemand het daadwerkelijk ziet gebeuren).
Dit geldt voor een verplaatsing van je bal naar boven en beneden of horizontaal in enige richting ten opzichte van de oorspronkelijke plek.
Indien je bal alleen wiebelt (ook wel oscilleren genoemd) en op de oorspronkelijke plek blijft of daarnaar terugkeert, heeft je bal niet bewogen.
Birdie
Een birdie is één slag onder PAR. Een birdie daarmee dus beter dan PAR.
Blauwe paaltjes
Met de blauwe paaltjes wordt het gebied ‘grond in bewerking’ of GUR (ground under repair) aangeduid. Dit is een deel van de golfbaan waar gewerkt wordt (drainage aanleggen, leiding opgraven, gras ingezaaid, etc.) of er is sprake van een andere abnormale baansituatie. Deze zone wordt afgebakend met blauwe palen en moet ontweken worden. Dit kan zonder strafslag.
Bogey
Een bogey betekent dat een golfer één stroke (slag) meer nodig heeft dan het voorgeschreven aantal slagen van de PAR op die hole. Bij twee strokes meer heet het een double-bogey en bij drie strokes meer een triple-bogey.
Bogey speler
Een bogey speler is een golfer die gemiddeld op iedere hole en bogey speelt. Dat wil zeggen dat deze gemiddeld een slag extra nodig heeft dan PAR. Een bogey speler heeft HCP 18.
Bunker
Een bunker is een met zand gevulde hindernis op een golfbaan.
Een bunker maakt deel uit van de baan. Er zijn twee plaatsen waar vaak bunkers zijn aangebracht, bij de green of op de fairway en zijn bedoeld om het spel uitdagender te maken en om de hole te verdedigen.
- De bunkers bij de green zijn soms diep. Een golfer maakt meestal gebruik van zijn sand wegde om de bal eruit te slaan.
- Een fairwaybunker ligt vaak op drive-afstand. Ze zijn meestal niet diep, zodat er geen sandwedge nodig is om de bal eruit te slaan.
Chippen
Een chip is een korte slag waarbij de golfbal een klein stukje door de lucht gaat en een iets grotere afstand rollend over de grond aflegt. Deze slag gebruik je meestal rondom de green. Een pitch is precies het omgekeerde. Hier vliegt de golfbal verder door de lucht dan dat deze rolt. Bij een chip heeft de golfbal een lage balvlucht en een pitch een hoge balvlucht.
Course Rating
Course Rating is relatieve moeilijkheidsgraad van een golfbaan voor een HCP 0 speler onder normale baan- en weersomstandigheden. De Course Rating (CR) wordt uitgedrukt in het aantal benodigde slagen tot één decimaal nauwkeurig. De CR is afhankelijk van de lengte van de baan en de hindernissen die de score van een 0-handicap speler zouden kunnen beïnvloeden.
De CR van een baan wordt afzonderlijk berekend voor heren en dames. De CR is een accurate beoordeling van de baan dan de PAR. Twee golfbanen met dezelfde par kunnen een verschillende CR hebben omdat de ene baan moeilijke is dan de andere baan.
Divot
De divot is het wat ontstaat na het slaan van de bal. Hierbij heb je bij het slaan van de bal een grasplag uit de grond geslagen. Je wordt geacht om deze grasplag terug te leggen.
Driver
De driver is de grootste club in een golftas, zowel in lengte en formaat van de kop. Het maximale toegestane volume van de kop is 460 cc. De loft zit tussen 9 tot 11 graden. Een driver gebruik je vrijwel alleen bij de afslag vanaf de tee-box.
Droppen
Wanneer je een bal in waterhindernis slaat, of de bal onbespeelbaar verklaart, moet je een golfbal droppen. Dit houdt in dat je de bal opnieuw – of een nieuwe bal – in het spel brengt door deze vanaf kniehoogte te laten vallen. Afhankelijk van de situatie kan dit één strafslag opleveren.
Eagle
Als je twee slagen minder nodig hebt dan de PAR, dan heet dit een eagle.
Fairway
De fairway is het relatief kort gemaaide gras wat tussen de afslagplaats – de tee-box – en de hole ligt. Bij het afslaan is het de bedoeling dat de golfbal op de fairway terechtkomt, omdat je vanaf de fairway de golfbal veel makkelijker kan slaan dan vanuit de rough.
Flight
Een groep van 2 tot 4 spelers die samen een ronde lopen.
FORE!
FORE! is de waarschuwingskreet die een golfer roept wanneer een bal in de richting van andere spelers of toeschouwers vliegt en die dreigt te raken. Wanneer je iemand FORE! hoort roepen moet je je meteen zo klein mogelijk maken en niet eerst kijken wie er FORE! heeft geroepen. De kans bestaat dat er een bal jouw kant op komt.
Front Nine
De eerste 9 holes op een 18 holes golfbaan: hole 1 tot en met 9. De laatste 9 holes zijn de Bacn Nine.
Gele paaltjes
Met de gele paaltjes wordt een gewone waterhindernis aangeduid. Hier mag je de bal onder andere droppen in het verlengde van de lijn die loopt van de hole naar het punt waar de bal de grens van de waterhindernis heeft gekruist.
Met de rode paaltjes wordt een laterale waterhindernis aangeduid deze ligt in de speelrichting van de baan. Bij een laterale waterhindernis mag je een bal droppen op twee stoklengtes vanaf de plek waar deze de waterhindernis inging, maar niet dichter bij de hole.
Golfclubs
Golfclubs zijn de clubs waarmee je speelt, dit zijn in ‘slagafstand’ van hoog naar laag: driver, fairway wood, hybride, ijzers, wedges en de putter. In totaal mag je 14 golfclubs in je tas hebben.
TIP Lees hier alles over het samenstelling van een golfset voor een beginnende en gevorderde speler.
Green
De green is het gebied op een golfbaan waar de hole zich bevind. Hier is het gras het kortste gemaaid. Op de green gebruik je een putter om de bal in de hole te ‘putten’. Je mag hier de golfbal markeren met een marker en oppakken om de bal schoon te maken.
GUR
GUR betekent: Ground Under Repair. Een GUR is altijd aangegeven met blauwe paaltjes. Zoals de naam al aangeeft is GUR een stuk grond op de golfbaan dat gerepareerd is of nog gerepareerd moet worden. Een GUR mag je niet betreden. Wanneer je in de GUR slaat moet je de bal zonder strafslag buiten de GUR droppen.
Handicap
De handicap (HCP) van een golfer geeft weer hoe goed de speler is. Hoe lager het getal, hoe beter een golfer is. De golfhandicap loopt van 0 t/m 54. Iemand met een HCP 0 heeft bij een 18 holes golfbaan geen extra slagen nodig om de PAR te halen. Iemand met een HCP van 36 krijgt afhankelijk van de moeilijkheidsgraad (op basis van de course rating en slope rating) van de baan ca. 36 extra slagen mee. Dit zijn omgerekend twee extra slagen per hole. Bij stableford maak je onder andere gebruik van de handicap tabellen.
Hole-in-one
Je hebt een hole-in-one als je met één slag de bal holes. Op een PAR-3 maak je de grootste kans om een hole-in-one te scoren.
IJzers
De clubs waarvan de clubbladen van metaal zijn. Deze zijn genummerd van 1-9 en zijn oplopend in loft. Een ijzer 1 gaat laag en ver gaat en een ijzer gaat hoog en kort. Naarmate de loft toeneemt worden de clubs ook korte en zijn een makkelijker om mee te spelen.
Korte spel
De slagen rondom de green om op de green te komen. Vaak gebruik je hier je wedges.
Marker
Als je de bal wil opnemen, moet je de plaats markeren. Je markeer altijd achter de bal ten opzichte van de vlag. Dit met een muntje of een tee. Op de green mag je een bal altijd opnemen. Daarbuiten zullen de golfregels, lokale regels (local rules) dat expliciet moeten toestaan.
Mulligan
Een Mulligan is een ‘do-over’ slag waarbij je een mislukte slag overdoet en de vorige slag niet meetelt in je score. Dit is overigens geen officiële golfregel en is bij officiële wedstrijden niet toegestaan.
Nearest point of relief
Het dichtstbijzijnde punt gemeten vanaf de balpositie, maar niet dichter bij de hole waarbij je een swing kan maken zonder last te hebben van de belemmeringen.
Nettoscore
De brutoscore – het totaal aantal slagen – minus het aantal handicapslagen die je meekrijgt.
Onspeelbare bal
Een bal is onspeelbaar als het nagenoeg onmogelijk is om een swing te maken. Alleen de speler zelf kan de bal onspeelbaar verklaren. Dit kost één strafslag.
Out of bounds
Out of bounds betekent ‘Buiten de baan’. De grenzen van de golfbaan wordt aangegeven door witte paaltjes. Wanneer je golfbal buiten de baan ligt moet je een nieuwe bal te slaan vanaf de plek waar je de bal out of bounds sloeg.
PAR
PAR is Latijn voor ‘gelijk’ en staat NIET voor Professional Average Result. Dit is het aantal slagen wat een geoefende golfer zou moeten halen op een specifieke hole. De PAR is opgebouwd uit twee onderdelen: 1. het aantal slagen dat nodig is om van de tee op de green te komen en 2. voor het putten worden daar nog twee slagen bij opgeteld. Een 18 holes golfbaan wordt gemiddeld genomen in 72 slagen gespeeld door een professionele golfer.
De holes zijn bestaan meestal uit een 4 keer PAR 3, 10 keer PAR 4, en 4 keer PAR 5. In totaal een PAR van 72.
Pin high
Ligging van de bal die op gelijke hoogte ligt van de pin/vlag.
Pitchen
Een pitch heeft als doel om de bal zo snel mogelijk te laten stoppen op de green door hem hoog te slaan en stil te laten landen. Kenmerkend voor de pitch is dat de golfbal verder vliegt dan dat deze rolt. Het tegenovergestelde is een chip. Hier vliegt de golfbal korter dan dat deze over de grond rolt. Een pitch heeft een hoge balvlucht en een chip een lage balvlucht.
Pre-shot routine
De routine die een speler uitvoert voordat hij/zij de bal slaat. Een pre-shot routine zorgt ervoor dat je je beter concentreert en gefocust bent op slag. Dit is ook een belangrijk onderdeel van course management.
Provisionele bal
Een provisionele bal is een bal die gespeeld wordt als je niet zeker weet of je een gespeelde bal nog terug kan vinden. Als je een provisionele bal gaat spelen meld je dit vooraf aan de medespelers in de flight. Als je de eerst gespeelde bal niet kan vinden dan is de provisionele bal de bal waarmee je verder speelt en tel je 1 strafslag op bij je score.
Qualifying
Een baan is ‘qualifying’ wanneer deze in goede conditie is en daarmee geschikt om een qualifying kaart te spelen.
Rode paaltjes
Met de rode paaltjes wordt een laterale waterhindernis aangeduid deze ligt in de speelrichting van de baan. Bij een laterale hindernis mag je een bal droppen op twee stoklengtes vanaf de plek waar deze de hindernis inging, maar niet dichter bij de hole.
Een gewone waterhindernis wordt aangeduid met gele paaltjes. Hier mag je de bal onder andere droppen in het verlengde van de lijn die loopt van de hole naar het punt waar de bal de grens van de waterhindernis heeft gekruist.
Scratch speler
Een speler met handicap 0.
Shank
Er is sprake van een shank wanneer je de bal raakt met de hosel van de club en de bal naar links of rechts schiet. De hosel is het stuk tussen het clubblad en de shaft.
Slice
Een balvlucht waarbij de bal sterk van links naar rechts afbuigt bij een rechtshandige speler. Dit wordt meestal veroorzaakt dat je clubblad open staat t.o.v. je ‘swingpath’. De bal krijgt dan zoveel zijspin waardoor de naar rechts afbuigt.
Slope Rating
De Slope Rating (SR) van een golfbaan is een getal dat, in combinatie met de course rating en PAR van de baan, de relatieve moeilijkheidsgraad van een golfbaan aangeeft voor een bogey speler.
Een golfbaan kan een SR hebben tussen de 55 en 155. De standaard relatieve moeilijkheidsgraad voor een bogey speler is een SR van 113 (ten opzichte van de moeilijkheidsgraad voor een golfer met HCP 0).
Als de SR hoger is dan 113, dan is de baan moeilijker. De SR wordt onder andere bepaald door de lengte van de baan, de breedte en snelheid van de fairways, de windgevoeligheid en zelfs de snelheid van de greens.
Stableford
Stableford is het puntentelling systeem waarbij spelers met een verschillende handicap de tegen elkaar kunnen spelen en de scores onderling kunnen vergelijking. Zie ook dit artikel voor een uitgebreide uitleg.
Strokeplay
Strokeplay is de meest gespeelde (wedstrijd)vorm in recreatief- en professioneel golf. Bij strokeplay tellen alle slagen die je hebt gemaakt over alle 9 of 18 holes. Degene met de laagste score wint.
Met de stableford telling kunnen spelers met een verschillend spelniveau tegen elkaar spelen en de scores vergelijken op basis van de persoonlijke PAR.
Stroke Index
De Stroke Index (vaak aangeduid met SI) geeft de moeilijkheidsgraad van een bepaalde hole aan. Op een achttien holes baan is de hole met stroke index 1 de moeilijkste hole en 18 de makkelijkste hole. De stroke-index wordt gebruikt bij de berekening van het netto aantal slagen met de stableford-telling.
Tee
Een golf tee zorgt er voor dat de golfbal iets hoger van de grasmat komt te liggen waardoor je deze beter én makkelijker kunt raken.
Golf tees zijn er in verschillende soorten, maten, materialen, kleuren en vormen. De meeste tees zijn echter van hout of plastic gemaakt. Daarnaast zijn ook tees die speciaal gemaakt voor in de winter als de grond bevroren is en je de tee moeilijker in de grond kan steken.
Lees hier meer over hoe je een golf tee gebruikt.
Up and Down
De term up and down wordt meestal gebruikt bij korte slagen rond de green. Je probeert met een chip- of pitchslag zo dicht mogelijk bij de hole te komen zodat je maar één putt nodig hebt om uit te holen.
Verloren bal
Een bal is verloren als je deze na vijf minuten zoeken niet hebt gevonden. Je moet dan verder spelen vanaf de plaats waar je het laatst gespeeld hebt. Bij twijfel of je eerste bal vindbaar is, sla dan altijd een provisionele bal. Dit meld je voordat een provisionele bal speelt eerst even aan je medespelers.
Voorgreen
Het gedeelte van de baan tussen de fairway en de green. Dit gras is korter gemaaid dan de fairway maar iets langer dan de green. De engelse term is airon.
Witte paaltjes
De witte paaltje geven de buitengrenzen van de golfbaan aan. Wanneer de golfbal voorbij de witte paaltjes ligt is er sprake van out of bounds en ligt je bal buiten de baan en mag je vanaf die plek die verder spelen. Je moet terug naar de plek vanaf waar de de bal buiten de baan hebt geslagen.